
Snel naar:
Goed met elkaar samenwerken begint met elkaar (leren) kennen. De eerste SOZ Kennisdeeldag – gehouden op 6 februari 2024 in het Universitair Sportcentrum – was bij uitstek een gelegenheid om meer te weten te komen over collega’s en werkzaamheden waar je niet dagelijks mee te maken hebt. Immigration Officer Karen de Beer was lid van de werkgroep. Zij kijkt terug op een mooie primeur.
“Ik denk dat we er met de Kennisdeeldag in zijn geslaagd om collega’s op een laagdrempelige manier met elkaar in contact te brengen”, zegt Karen. “Iedereen kent zijn directe collega’s wel, maar daarnaast ken je ook heel veel mensen niet. Wie is wie en wie doet wat? Dát wilden we inzichtelijk maken tijdens de Kennisdeeldag. Gezien de positieve reacties is dat goed gelukt. Er is behoefte om in elkaars keuken te kijken. Dat maakt de lijntjes korter. Sneller contact leggen met de juiste collega en weten wie je allemaal bij jouw werk moet betrekken.”
Het programma van de Kennisdeeldag bevatte een plenaire opening, vier rondes met steeds een vijftal parallelsessies, een plenaire afsluiting en een borrel. “Het Universitair Sportcentrum was een uitstekende locatie”, voegt Karen toe. “De faciliteiten, met een diversiteit aan sportzalen, boden de perfecte speelruimte om elkaar te ontmoeten.” Zelf was Karen als dagcoördinator druk in de weer met organisatorische zaken. Toch heeft zij nieuwe contacten overgehouden aan de Kennisdeeldag. “In de werkgroep zat een aantal mensen die ik niet goed of nog helemaal niet kende. Samen moesten we vanaf scratch iets opzetten. Dat betekende: creatief denken en praktisch handelen. Het was een leerzame en positieve ervaring om dit naast mijn reguliere werk te doen.”
In hoeverre draagt de Kennisdeeldag bij aan de competentie ‘Focus op het grotere doel’? Karen: “Mijn interpretatie is dat als je meer collega’s spreekt, leert kennen en weet waarmee zij zich bezighouden, je vanzelf ook verder kijkt dan je eigen werk.”
Samen een plan maken voor verbeteringen? Leren van mislukkingen? Dat kan heel waardevol zijn, maar het is vaak geen onderdeel van ons dagelijkse werk. Als aanjager van de competentie ‘Durf en Ondernemerschap’ lanceerden we in 2024 een Ondernemersprijs en een Probeerfestival. Maarten Fischer, teamleider studentenpsychologen, vindt dat daarmee een positief signaal is afgegeven.
Waarom is ondernemen eigenlijk relevant voor medewerkers van SOZ? “Wij zijn heel dienstverlenend ingesteld”, begint Maarten. “We zijn goed in het beantwoorden van hulpvragen over bijvoorbeeld inschrijvingen, voorzieningen, mentale ondersteuning of studeren in het buitenland. Ons werk heeft een hoge mate van reactiviteit. En wat goed gaat, houden we in stand. Never change a winning team. Maar wat als we nu eens iets uitproberen, zonder dat we op voorhand weten of het een succes wordt? Misschien wordt ons werk of onze doelstelling daar nóg beter van.”
Vandaar het initiatief voor een Ondernemersprijs. “Een ludieke manier om out of the box te denken”, zegt Maarten. Iedereen werd uitgenodigd om een plan in te dienen ter verbetering van het werk bij SOZ. Gehanteerde criteria: het moet vernieuwend zijn, uitvoerbaar, haalbaar binnen een vastgesteld budget en het liefst ook op grote schaal bruikbaar. Een onafhankelijke jury beoordeelde alle inzendingen. In totaal waren dat er twaalf. “Een mooi aantal”, vindt Maarten die deel uitmaakte van de organisatie. “Voor die plannen hebben collega’s bij elkaar gezeten en gesprekken gevoerd. Deze prijs heeft mensen aan het denken gezet. En er gaat een signaal vanuit dat het maken van plannen op waardering kan rekenen.”
Wessel van Dam en Daan Hooymans legden beslag op de eerste prijs met hun idee om de inzetbaarheid van AI beter te onderzoeken. “Ook de elf inzendingen die niet hebben gewonnen, kunnen uiteindelijk iets opleveren”, voegt Maarten toe. “Dat is het mooie van iets proberen. Het gaat over vindingrijkheid en doorzettingsvermogen. Ook als het niet uitvoerbaar blijkt, kunnen we daar nog steeds iets van leren.” Het is een mooi bruggetje naar het Probeerfestival, waar verhalen werden gedeeld over probeersels die niet altijd (meteen) succesvol waren. Maarten: “Ondernemen is vallen, opstaan en vaak gaat het mis. Over die mislukkingen hoor je nauwelijks iets, terwijl zo’n verhaal net zo inspirerend en waardevol kan zijn. Ook dat hoort bij het stimuleren van ondernemerschap.”
Kunnen we als collega’s alles tegen elkaar zeggen, zonder dat er ongemakkelijke of vervelende situaties ontstaan? Dit is in eenvoudige bewoordingen de kern van de leiderschapscompetentie ‘aanspreken’. Met een Theaterspektakel, een webinar en een toolkit met informatie probeerden we in 2024 een aanzet te geven voor een meer open aanspreekcultuur. Gaye Eksen, lid van de werkgroep, geeft een toelichting.
“We streven naar een prettige, veilige werksfeer met sociale cohesie”, zegt Gaye. “Daar hoort ook bij dat we in alle openheid dingen tegen elkaar kunnen zeggen. Binnen mijn team hebben we daar eigenlijk nooit speciale aandacht aan gegeven. Het is goed dat we dat nu wel doen. Ik dacht zelf bijvoorbeeld altijd dat elkaar aanspreken iets negatiefs was. Dat iemand ergens last van heeft en dat dan tegen ander durft te zeggen. Maar elkaar aanspreken kan ook iets positiefs zijn. Het is een persoonlijke zoektocht. Dat ontbrak wel een beetje.”
Het Theaterspektakel ‘Zo ben ik nu eenmaal’ van Studio Spaak vormde de kick-off om deze competentie meer aandacht te geven. Gaye: “Het was een show met veel humor. Daar houd ik wel van. Situaties werden enorm uitvergroot en overdreven, maar waren tegelijkertijd ook heel herkenbaar. Collega’s vonden het leuk, maar sommigen vonden het ook lastig om de boodschap van het theater te gebruiken in de praktijk. Dat was volgens mij ook niet per se het doel. Het draaide om bewustwording.”
Tijdens het webinar ‘Wat weerhoudt je om feedback te geven?’ ging het om het verhogen van de motivatie en het verlagen van drempels om elkaar aan te spreken. Er is ook een digitale toolkit beschikbaar met meer informatie over dit thema. “We zullen ‘aanspreken’ onder de aandacht blijven brengen”, zegt Gaye. “Een cultuurverandering bereik je niet van de ene op de andere dag. Het is ook niet iets wat je moet willen forceren. Als collega’s steeds meer een open houding aannemen, wordt het een organisch proces. Binnen mijn eigen team merk ik al verandering. Als leidinggevende simuleer ik collega’s om elkaar zelf aan te spreken in plaats van dat ik dat doe. Dat werkt goed. Uiteindelijk moet dat heel normaal worden.”